“Voor mij staat
Kira, mijn Duitse herder. Haar voorpoten laag, alsof ze wil gaan liggen. Haar
kont parmantig in de lucht. Een speelboog, noemen ze dat. Ze kijkt afwisselend
van mij naar het gele tennisballetje dat voor haar poten ligt.”
Voor iedereen die een hond heeft, is dit een bekend
scenario. Het is een uitnodiging van de hond om te spelen. Honden spelen hun
hele leven, is dat misschien wat mij zo in hen aantrekt? Terwijl ik daar sta te
kijken naar Kira en haar balletje, dwalen mijn gedachten af.
Vroeger, toen ik klein was, mocht ik geen hond. Maar dat
was helemaal niet erg, want ik fantaseerde er gewoon één. In mijn fantasie kon
namelijk alles. Ik gaf het hondje eten, speelde ermee, wandelde ermee en ’s
avonds als ik naar bed ging, lag het hondje naast mijn bed op de grond en zei
ik vertederend: ”welterusten”.
Spelen was vroeger mijn favoriete bezigheid. Met de
barbies, playmobiel of gewoon doen alsof; het spelen van indiaantje of zo.
Binnen en buiten. Met vriendjes of met oma. Ja, ik had een oma die gewoon bij
mij op de grond (of in de zelfgemaakte tent) kwam zitten om met mij te spelen.
Ik was een rijk kind, niet omdat mijn ouders zoveel geld hadden, maar omdat ik
de mogelijkheid heb gehad om veel en fijn te spelen.
Maar aan alles komt een eind… ik groeide op. Volwassenen
spelen niet. Althans, niet hier in Nederland. Echter, er zijn nog veel culturen waar het de gewoonste zaak
van de wereld is dat volwassenen spelen. Vroeger behoorde Nederland ook tot die
culturen.
Op het schilderij uit 1560 van Pieter Bruegel, De kinderspelen, staan wel meer dan 80
kinderspelen afgebeeld. Sommige kunsthistorici beweren dat het niet slechts de
kinderen waren die speelden, zij beweren dat sommige figuurtjes op het
schilderij volwassenen zijn. Er was nog geen televisie en carrière maken was
niet aan de orde. Natuurlijk werd er hard gewerkt, maar voor ontspanning was
men aangewezen op het spel! Wat een mooie tijden.
Helaas is dat vandaag de dag niet meer aan de orde.
Spelen is iets wat kinderen doen.
En zelfs dat wordt door onze overheid niet gewaardeerd.
Er ligt in onze huidige maatschappij een enorme druk op ons mensen om vooral
maar te presteren. Dat begint al bij de kleutertijd. Er zijn al methodes om te
leren lezen en rekenen vanaf het moment dat je vier wordt (en liever nog
eerder). Als ik kijk naar het rooster van mijn eigen klas, dan zit dat zo vol
met allerlei verplichte vakken, dat er voor spelen eigenlijk geen tijd meer is.
Zelfs als je buiten spelen als sociale competentie op het rooster zet, komt de
inspectie vragen aan welke doelen er wordt gewerkt en hoe de vorderingen
systematisch worden bijgehouden. En veel pedagoochemerds laten zich hierdoor
leiden. Volgzaam proppen ze de kleine kinderhersentjes vol met taal en rekenen,
aardrijkskunde en biologie, geschiedenis en… tja, van alles en nog wat. We
bereiden kinderen voor op de toekomst…. Maar hoe weten we welke toekomst? Toen
ik opgroeide waren er geen mobiele telefoontjes. Nu betrap ik mijzelf erop dat
ik een foto maak van het scherm voorin de collegezaal. De foto maak ik met mijn
mobieltje. Ik schrijf niet eens meer….
En al de mensen die zo mooi schuin hebben leren schrijven? Hoeveel van
hen schrijft er nog zo? Waarom moesten we dat eigenlijk leren?
Ineens hoor ik in mijn hoofd de muziek van Pink Floyd en
zou ik willen schreeuwen: “Hey teachers, leave them kids alone…..”
Want is het niet het spelen, wat ons in deze maatschappij
zo ver heeft gebracht? Spelen stimuleert de groei van de hersenen, stelt dr.
Stuart Brown (2009) van de National Institute for Play. Vooruitgang en
innovatie volgt op spelen. Spelen is, naar het idee van Brown, niet een voorbereiding op het leven, maar neemt
een eigen biologische plek in. Naast slapen en dromen, is ook spelen van belang
voor het overleven van onze soort. Het tegenovergestelde van spelen is niet
werken, beweert Brown, maar depressie. In een onderzoek wat hij uitvoerde naar
wat massamoordenaars ertoe drijft deze gruweldaden te plegen, ontdekte hij dat
het onthouden van spel en spelen in de jeugd ertoe heeft bijgedragen zover te
komen. De schrik slaat mij om het lijf, terwijl ik dit schrijf….
Waar zijn we mee bezig? Kweken we seriemoordenaars op
onze basisscholen?
Spelen mag tegenwoordig alleen nog bij de speltherapeut,
want we kennen allemaal de bekende quote van Plato: ”Je kan meer over een mens
ontdekken in een uur spel dan in een jaar praten”.
Wat een paradox. Eerst zorgen we dat kinderen depressief
worden omdat we ze het spel onthouden en dan mogen ze spelen om hun problemen
op te lossen. Ik zeg Nederland, word wakker! Als pedagogen zouden we toch de
advocaat van de kinderen moeten zijn en geen slaaf van de maatschappij! Dus
hier mijn oproep aan alle pedagogen in dit land:
Waarom niet gewoon een uur vrij spel in het rooster, dat
verdient toch een plekje net zoals rekenen en taal! Let wel, ik leg de nadruk
op vrij spel. Want je hebt spelen en spelen. Bij vrij spel is er geen doel. Je
speelt, om te spelen. En laat de juffen en meesters dan lekker meespelen, dan
wordt het pas echt interessant! Van Einstein bestaat er een prachtige quote
hierover: ”Logica, brengt je van A naar B, verbeelding, brengt je overal!” Waarom
één keer per jaar in de vakantie een huttenbouw week organiseren. Bouw hutten
en tenten op het schoolplein! Ren achter de kinderen aan met een denkbeeldige
pijl en boog, ga bokkiespringen, speel, speel, speel!
Terwijl ik mij buk en
mijn hand uitstrek naar het gele tennisballetje, gaat de staart van Kira steeds
harder kwispelen. Ik zie de opwinding in haar ogen. Ik gooi en ze rent
erachteraan. Ze pakt de bal op en komt mijn kant op lopen, maar halverwege laat
ze de bal vallen. Ze kijkt mij weer uitdagend aan. Alle
hondengedragsdeskundigen zullen nu zeggen, nooit ernaartoe lopen. De hond moet
het balletje bij jou brengen. Maar ik lap alle kynologische regels aan mijn
laars en beweeg mij huppelend in de richting van het balletje. Want wat is er
nog mooier dan spelen? Juist, samen spelen! En terwijl ik daar huppel, denk ik
aan mijn idool, Peter Pan en zijn prachtige woorden:
”If growing up means
it would be beneath my dignity to climb a tree, I’ll never grow up, never grow
up, never grow up! Not me!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten