zaterdag 27 december 2014

Waar spelen kinderen eigenlijk?

Om toch nog even op het spelen terug te komen, toen ik met mijn leerteam door Amersfoort wandelde op zoek naar kindsporen, viel het mij op dat er eigenlijk bijzonder weinig kinderen buiten speelden. Het was woensdagmiddag, prachtig weer, dus daar lag het niet aan. Waar zijn al die kinderen dan? Natuurlijk, sommige zitten op de sportclub en dat is prima. Maar toch niet alle kinderen gaan naar sport op woensdagmiddag? Nee, we kwamen tot de conclusie dat er toch waarschijnlijk veel kinderen gewoon binnen zitten, achter de computer. Over het nut of nadeel van de computerspelletjes is ook al veel geschreven. Ik hou mij in het midden daarover. De technologie is een onderdeel van ons leven en het is prima dat kinderen er door spelletjes mee om leren gaan. In die zin vind ik het niet slecht, maar zoals alles, met mate. Gaat het ten koste van het buitenspelen, tja, dan kun je je gaan afvragen of het misschien toch wat uit balans is. Want over buitenspelen zijn bijna alle wetenschappers het wel eens, dat is absoluut goed voor de ontwikkeling. De motoriek, de weerstand, het creatief vermogen, zij worden allen geprikkeld door het buitenspelen. Wat jammer daarom dat we op zo'n prachtige zonnige woensdagmiddag maar zo weinig kinderen zagen........



woensdag 24 december 2014

Wil jij met mij spelen?

“Voor mij staat Kira, mijn Duitse herder. Haar voorpoten laag, alsof ze wil gaan liggen. Haar kont parmantig in de lucht. Een speelboog, noemen ze dat. Ze kijkt afwisselend van mij naar het gele tennisballetje dat voor haar poten ligt.”

Voor iedereen die een hond heeft, is dit een bekend scenario. Het is een uitnodiging van de hond om te spelen. Honden spelen hun hele leven, is dat misschien wat mij zo in hen aantrekt? Terwijl ik daar sta te kijken naar Kira en haar balletje, dwalen mijn gedachten af.
Vroeger, toen ik klein was, mocht ik geen hond. Maar dat was helemaal niet erg, want ik fantaseerde er gewoon één. In mijn fantasie kon namelijk alles. Ik gaf het hondje eten, speelde ermee, wandelde ermee en ’s avonds als ik naar bed ging, lag het hondje naast mijn bed op de grond en zei ik vertederend: ”welterusten”.
Spelen was vroeger mijn favoriete bezigheid. Met de barbies, playmobiel of gewoon doen alsof; het spelen van indiaantje of zo. Binnen en buiten. Met vriendjes of met oma. Ja, ik had een oma die gewoon bij mij op de grond (of in de zelfgemaakte tent) kwam zitten om met mij te spelen. Ik was een rijk kind, niet omdat mijn ouders zoveel geld hadden, maar omdat ik de mogelijkheid heb gehad om veel en fijn te spelen.
Maar aan alles komt een eind… ik groeide op. Volwassenen spelen niet. Althans, niet hier in Nederland. Echter, er zijn  nog veel culturen waar het de gewoonste zaak van de wereld is dat volwassenen spelen. Vroeger behoorde Nederland ook tot die culturen.
Op het schilderij uit 1560 van Pieter Bruegel, De kinderspelen, staan wel meer dan 80 kinderspelen afgebeeld. Sommige kunsthistorici beweren dat het niet slechts de kinderen waren die speelden, zij beweren dat sommige figuurtjes op het schilderij volwassenen zijn. Er was nog geen televisie en carrière maken was niet aan de orde. Natuurlijk werd er hard gewerkt, maar voor ontspanning was men aangewezen op het spel! Wat een mooie tijden.
Helaas is dat vandaag de dag niet meer aan de orde. Spelen is iets wat kinderen doen.
En zelfs dat wordt door onze overheid niet gewaardeerd. Er ligt in onze huidige maatschappij een enorme druk op ons mensen om vooral maar te presteren. Dat begint al bij de kleutertijd. Er zijn al methodes om te leren lezen en rekenen vanaf het moment dat je vier wordt (en liever nog eerder). Als ik kijk naar het rooster van mijn eigen klas, dan zit dat zo vol met allerlei verplichte vakken, dat er voor spelen eigenlijk geen tijd meer is. Zelfs als je buiten spelen als sociale competentie op het rooster zet, komt de inspectie vragen aan welke doelen er wordt gewerkt en hoe de vorderingen systematisch worden bijgehouden. En veel pedagoochemerds laten zich hierdoor leiden. Volgzaam proppen ze de kleine kinderhersentjes vol met taal en rekenen, aardrijkskunde en biologie, geschiedenis en… tja, van alles en nog wat. We bereiden kinderen voor op de toekomst…. Maar hoe weten we welke toekomst? Toen ik opgroeide waren er geen mobiele telefoontjes. Nu betrap ik mijzelf erop dat ik een foto maak van het scherm voorin de collegezaal. De foto maak ik met mijn mobieltje. Ik schrijf niet eens meer….  En al de mensen die zo mooi schuin hebben leren schrijven? Hoeveel van hen schrijft er nog zo? Waarom moesten we dat eigenlijk leren?
Ineens hoor ik in mijn hoofd de muziek van Pink Floyd en zou ik willen schreeuwen: “Hey teachers, leave them kids alone…..”
Want is het niet het spelen, wat ons in deze maatschappij zo ver heeft gebracht? Spelen stimuleert de groei van de hersenen, stelt dr. Stuart Brown (2009) van de National Institute for Play. Vooruitgang en innovatie volgt op spelen. Spelen is, naar het idee van Brown, niet  een voorbereiding op het leven, maar neemt een eigen biologische plek in. Naast slapen en dromen, is ook spelen van belang voor het overleven van onze soort. Het tegenovergestelde van spelen is niet werken, beweert Brown, maar depressie. In een onderzoek wat hij uitvoerde naar wat massamoordenaars ertoe drijft deze gruweldaden te plegen, ontdekte hij dat het onthouden van spel en spelen in de jeugd ertoe heeft bijgedragen zover te komen. De schrik slaat mij om het lijf, terwijl ik dit schrijf….
Waar zijn we mee bezig? Kweken we seriemoordenaars op onze basisscholen?
Spelen mag tegenwoordig alleen nog bij de speltherapeut, want we kennen allemaal de bekende quote van Plato: ”Je kan meer over een mens ontdekken in een uur spel dan in een jaar praten”.
Wat een paradox. Eerst zorgen we dat kinderen depressief worden omdat we ze het spel onthouden en dan mogen ze spelen om hun problemen op te lossen. Ik zeg Nederland, word wakker! Als pedagogen zouden we toch de advocaat van de kinderen moeten zijn en geen slaaf van de maatschappij! Dus hier mijn oproep aan alle pedagogen in dit land:
Waarom niet gewoon een uur vrij spel in het rooster, dat verdient toch een plekje net zoals rekenen en taal! Let wel, ik leg de nadruk op vrij spel. Want je hebt spelen en spelen. Bij vrij spel is er geen doel. Je speelt, om te spelen. En laat de juffen en meesters dan lekker meespelen, dan wordt het pas echt interessant! Van Einstein bestaat er een prachtige quote hierover: ”Logica, brengt je van A naar B, verbeelding, brengt je overal!” Waarom één keer per jaar in de vakantie een huttenbouw week organiseren. Bouw hutten en tenten op het schoolplein! Ren achter de kinderen aan met een denkbeeldige pijl en boog, ga bokkiespringen, speel, speel, speel!

Terwijl ik mij buk en mijn hand uitstrek naar het gele tennisballetje, gaat de staart van Kira steeds harder kwispelen. Ik zie de opwinding in haar ogen. Ik gooi en ze rent erachteraan. Ze pakt de bal op en komt mijn kant op lopen, maar halverwege laat ze de bal vallen. Ze kijkt mij weer uitdagend aan. Alle hondengedragsdeskundigen zullen nu zeggen, nooit ernaartoe lopen. De hond moet het balletje bij jou brengen. Maar ik lap alle kynologische regels aan mijn laars en beweeg mij huppelend in de richting van het balletje. Want wat is er nog mooier dan spelen? Juist, samen spelen! En terwijl ik daar huppel, denk ik aan mijn idool, Peter Pan en zijn prachtige woorden: 
If growing up means it would be beneath my dignity to climb a tree, I’ll never grow up, never grow up, never grow up! Not me!”